Witte magie

In Parijs heeft een onbekende vrouw louter door de kracht van haar stem een brave burger veranderd in een moordenaar. Het onderzoek zet Niklos Koda op het spoor van een illusionist met de artiestennaam Kandar en leidt naar Caïro, waar een magiefestival wordt gehouden... In Caïro is Niklos Koda gewaarschuwd door de oude Ahmad, die hem heeft ingewijd in de mystieke kunsten: Kandar is niet zomaar een gewone illusionist.
Al heel lang laat hij zich helpen door Irum, een boze geest. Door Kandar aan te wijzen als de hoofdattractie van het festival dat hij heeft georganiseerd, hoopt prins Fahd te profiteren van de krachten van Irum. Op de overdadige openingsreceptie is de crème de la crème van de magie aanwezig, onder wie de Engelsman Torrens... Het geluk lijkt Torrens toe te lachen: Zia, de beeldschone metgezellin van Kandar, is bezweken voor zijn charmes.
Tijdens hun "liefdesnacht" wordt de Engelsman echter opgeschrikt door een nachtmerrie. De volgende dag weet Torrens, die vastgebonden in een bak water is ondergedompeld, zich niet tijdig van zijn boeien te bevrijden en hij verdrinkt. Wat Koda vooral intrigeert is dat, net als destijds in Parijs, de jonge vrouw die zich in zijn gezelschap bevond, spoorloos verdwenen blijkt te zijn.
De vermoedens van de diplomaat-spion worden al snel bevestigd: het ging in beide gevallen om de vriendin van Kandar. Terwijl die laatste in de doolhof van de dodenhof wanhopig op zoek is naar zijn kwade genius Irum, stelt de spion-diplomaat een onderzoek in naar de betoverende Berenice Zia...